home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Utilities Professional 1-1500
/
Utilities Professional 1-1500 (1994)(WPD)[!].iso
/
12511500
/
var1357.dms
/
var1357.adf
/
CitizenPM
/
Extra
/
Nederlands
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1992-10-06
|
9KB
|
240 lines
Extra informatie
De Citizen Print Manager is in samenwerking met Irseesoft ontworpen en
beschikt over een groot aantal functies die Turbo Print Professional ook
heeft. De Print Manager werkt met Workbench versie 1.2 en hoger. Met de
Citizen-versie krijgt u het fraaie drukwerk dat u van Citizen-produkten
gewend bent. Citizen heeft voor de standaardinstellingen gekozen waardoor
het helemaal niet nodig is wijzigingen aan te brengen; u hoeft aan het
programma alleen maar op te geven welke printer u hebt aangesloten. Voor
het geval u wilt experimenteren volgt hierna een beknopte beschrijving van
de functies.
De Citizen Print Manager heeft 5 hoofdschermen die door middel van
pictogrammen aan de rechterkant van het scherm worden geselecteerd.
Van links naar rechts en van boven naar beneden betreft het de volgende
schermen
1. Printer 2. Voorkeuren
3. Extra functies 4. Kleurcorrectie
5. Tekstinstellingen
Deze menu-onderdelen worden hierna stuk voor stuk uitgebreider behandeld:
1. Printer
Dit menu bestaat uit 5 onderdelen:
Printerstuurprogramma's:
In dit gedeelte kunt u de te gebruiken printeren de gewenste resolutie
waarmee het drukwerk moet worden afgedrukt selecteren.
Met behulp van de schuifknop kan de lijst met printers omhoog of omlaag
worden verschoven waardoor de Citizen-printer waarmee u werkt op het
scherm kan worden weergegeven.
Nadat u op de naam van de gewenste printer hebt geklikt, verschijnt er een
overzicht met de mogelijke grafische resoluties in de vakken onder
"Witruimtecorr.".
Klik op de gewenste grafische resolutie. De verschillende resoluties worden
als overdwars en overlangs aangeduid. De eerste resolutie is de horizontale
en de tweede is de verticale in punten per inch.
Witruimte:
De Witruimte dient om de ruimte tussen de regels bij te stellen indien de
regels in de afdruk een witte lijn of overlappende punten vertonen. Dit
komt slechts zelden voor.
Patroon:
De Amiga kan 4096 verschillende kleuren weergeven maar de printer heeft
slechts een kleurenlint met 4 kleuren. De 4096 verschillende kleuren
kunnen op de printer worden gemaakt door ze te mengen en ze in de juiste
patronen te rangschikken. De Citizen Print Manager levert de volgende
patronen.
Norm: Standaardpatroon
H-T: Halftoon patroon
4,8,12 Andere patronen
9 naald:
FS I: Floyd Steinberg I
FS II: Floyd Steinberg II
Citizen adviseert om voor afdrukken die nogal kunstzinnig zijn, d.w.z.
met veel gebogen lijnen, de FS I of II te selecteren. Drukwerk met veel
rechte lijnen komt wellicht beter tot zijn recht met behulp van de 4.8.12.
Probeer eens welke de beste is.
De andere, grijs weergegeven, patronen worden bij de complete versie van
Turbo Print geleverd. Deze is verkrijgbaar via uw dealer.
Afdruktype:
Dit wordt niet voor de PROjet gebruikt, maar uitsluitend voor de dot matrix
printers. Hiermee wordt bepaald hoeveel naalden per drukgang worden
gebruikt. Op die manier wordt een betere afdruk verkregen omdat het aantal
banen of strips over de breedte van de pagina erdoor wordt verkleind.
In de normale modus wordt met alle 24 naalden gewerkt
In de lagere modus wordt met 18 naalden gewerkt
In de halve-regel-modus wordt met 12 naalden gewerkt
Het beste resultaat wordt bereikt met de halve-regel-modus.
Aspectverhouding
Hiermee wordt de hoogte en breedte van een pixel (beeldpunt) op basis van
320x200 gewijzigd.
2. Voorkeuren
In dit menu staat een aantal functies dat gewoonlijk door middel van de
Workbench-voorkeuren kan worden ingesteld; hier worden ze echter gegeven
om de snelheid van uw selectieproces op te voeren. Als u uw applicatie met
de hier opgegeven instellingen wilt laten werken en niet met de Workbench-
voorkeuren, zet de knop voor "Instelling van" dan op "Print Manager".
Schakering:
Kleur:
Deze instelling zorgt voor drukwerk in kleur en moet uitsluitend in
combinatie met kleuroptie op uw printer worden gebruikt.
Grijs:
Afdrukken in kleur worden in verschillende grijstinten omgezet. Dit
wordt aanbevolen voor de PROjet of voor het geval alleen een zwart lint
wordt gebruikt.
Z/W:
Afdrukken worden alleen in zwart/wit gemaakt.
Negatief:
Dit kan met alle hierbovengenoemde schakeringen worden gebruikt; bij deze
instelling worden complementaire kleuren afgedrukt.
Horizontaal:
Hierbij wordt de afbeelding 90 graden naar rechts geroteerd en dan op
het papier afgedrukt.
Aanpassing:
De Citizen Print Manager kan de afdrukkwaliteit aanzienlijk verbeteren door
de gebogen lijnen aan te passen. Er zijn 3 aanpassingsniveaus, UIT I en II.
II is verreweg het beste en dient te allen tijde gebruikt te worden.
Printerpoort:
De Citizen Print Manager ondersteunt de standaard PARallelle en SERiële
poorten. Er kan echter gebruik worden gemaakt van een speciale zeer snelle
poort, PAR2, die informatie direct naar de Parallelle interface verstuurt
zonder gebruik te maken van het stuurprogramma voor het "parallelle apparaat".
Het afdrukformaat instellen:
Het beeldformaat bepaalt de afmetingen van de afdruk.
De "Offset links" kan zo worden ingesteld dat het drukwerk van een
linkerkantlijn wordt voorzien, of dat het beeld kan worden "gecentreerd".
De beeldformaat-opties zijn:
Negeer:
De vakken voor breedte en hoogte aan de onderzijde worden genegeerd. De
printer drukt het grootst mogelijke formaat af op de papiergrootte die in
het gedeelte Tekstinstellingen is gedefinieerd. De aspectverhouding
blijft daarbij intact.
Begrensd:
De grootte van de afdruk wordt bepaald door de waarden in de vakken Breedte
en Hoogte. In het vak Waarden wordt aangegeven of deze waarden in inches
of in centimeters zijn gesteld. De afdruk wordt binnen deze begrenzing zo
groot mogelijk afgedrukt. De aspectverhouding blijft daarbij intact.
Absoluut:
De grootte van de afdruk wordt bepaald door de waarden in de vakken Breedte
en Hoogte. In het vak Waarden wordt aangegeven of deze waarden in inches of
in centimeters of in pixels zijn gesteld. De afdruk wordt binnen deze
begrenzing zo groot mogelijk afgedrukt. De aspectverhouding wordt daarbij
genegeerd.
Vermenigvld.:
De breedte en de hoogte van de afdruk wordt een veelvoud van de afmeting
van de afbeelding op het scherm. Dat wil zeggen, één schermpunt komt
overeen met één printerpunt.
3. Extra functies
In dit menuscherm staan hoofdzakelijk grijze of niet-beschikbare functies
die buiten het bestek van een printerstuurprogramma vallen. Om gebruik te
kunnen maken van deze functies is een apart programma met de naam Turbo
Print Professional verkrijgbaar bij uw Amiga-dealer.
De beschikbare functies zijn:
Kopie:
Als u meer dan één exemplaar van een afdruk wilt maken, dan kan in dit
vak een getal worden ingevuld.
Bepaalde toepassingen sturen geen code voor de zgn. form feed (papiertoevoer)
naar de printer om telkens aan het eind van een afgedrukte pagina een nieuw
vel papier in te voeren. Hiervoor is dan een optie aanwezig waarmee de
papiertoevoer "FF" kan worden geforceerd. Wilt u de printer na elke
pagina laten wachten, maak dan gebruik van de wacht-toets.
PM resident:
Door "AAN" te kiezen wordt ervoor gezorgd dat de Citizen Print Manager ook
na een reset in het geheugen blijft.
Door "UIT" te kiezen wordt ervoor gezorgd dat de Print Manager na een zachte
reset uit het geheugen wordt gewist.
Offset boven:
Soms is het nodig de ruimte tussen een aantal af te drukken pagina's aan
te passen. Met behulp van deze functie kunnen een paar extra
regeldoorvoercodes worden gegeven.
4. Kleurcorrectie
De Citizen Print Manager produceert hoogwaardig kleurendrukwerk en wij
hebben daarvoor de best mogelijke standaardwaarden reeds voor u ingesteld.
Bijstellen van deze waarden is in principe dus niet nodig. Mocht u toch
instellingen willen wijzigen, neem dan het onderstaande eerst even door.
Zwarte afdruk:
Door "EXTRA" te kiezen wordt een zeer diep zwart, zoals dat wordt
veroorzaakt door een dubbele aanslag, verkregen.
Kleurscheiding:
Door middel van deze functie kunt u de afdruk opdelen in zijn primaire
kleuren ten behoeve van offsetdruk.
Gammacorrectie:
Hiermee wordt de helderheid van de kleuren op het papier bijgesteld.
Kleurcorrectie:
Hiermee wordt het kleurverschil tussen het scherm en het printerlint
bijgesteld. MATRIX I corrigeert uitsluitend ten opzichte van het
printerlint, maar MATRIX II brengt zowel ten opzichte van het scherm als
ten opzichte van het lint correcties aan, met als gevolg een betere
afdrukkwaliteit.
N.B.: In deze versie kan het diagram onderaan het scherm niet worden
gewijzigd.
In een uitgebreide versie van Turbo Print Professional kunnen
kleurinstellingen wel verder worden gewijzigd.
5. Tekstinstellingen
In dit gedeelte kunt u de waarden instellen die uitsluitend betrekking
hebben op het afdrukken van tekst. Het gaat hierbij om:
Papiergrootte:
Printer met smalle of brede wagen
Losse vellen (Enkelv.) of Ketting (Tractor)
Pitch
Kwaliteit
Regelspatiëring (Afstand)
De functies Standaardletter en Tekstkleur zijn niet aanwezig.